Maatwerk voor elke vrouw met DCIS

Medisch bioloog Esther Lips onderzoekt wat de risicofactoren zijn voor DCIS-cellen om uit te groeien tot kankercellen. Hierdoor kunnen onnodige en ingrijpende behandelingen voorkomen worden.

Jaarlijks krijgen ruim 2.300 vrouwen in Nederland te horen dat zij DCIS hebben. Dat is een mogelijk voorstadium van borstkanker. Schattingen wijzen uit dat bij driekwart van deze vrouwen géén borstkanker zal ontstaan. Toch worden bijna al deze vrouwen behandeld alsof het wél om borstkanker gaat: ze worden geopereerd en bestraald. “Als we weten welke factoren van invloed zijn op het ontstaan van kanker, dan kunnen we jaarlijks vele honderden vrouwen een belastende behandeling besparen.”

In de melkgangen van een borst kunnen onrustige groepjes cellen ontstaan. Deze afwijking wordt DCIS genoemd. Dit staat voor ductaal carcinoom in situ, wat betekent: kankerachtige cellen die in de melkgang blijven. Bij sommige vrouwen gaan deze cellen woekeren en dringen ze het borstweefsel binnen. Er is dan sprake van borstkanker. “Maar meestal vormen DCIS-cellen geen gevaar”, zegt medisch bioloog Esther Lips. “Zij kunnen rustig tien of twintig jaar blijven zitten zonder dat een patiënt er iets van merkt. Een operatie is dus zeker niet altijd nodig, een jaarlijkse röntgenfoto ter controle voldoet.”

Uitgroeien tot borstkanker
DCIS wordt vaak ontdekt tijdens het bevolkingsonderzoek op borstkanker, waarvoor vrouwen tussen de vijftig en vijfenzeventig jaar worden uitgenodigd. Op dit moment is het echter nog niet goed te voorspellen bij wie van hen de DCIS uit zal groeien tot borstkanker en bij wie niet. Daarom wil het Antoni van Leeuwenhoek een nieuwe studie starten naar de risicofactoren.

Lips onderzoekt daarvoor stukjes DCIS-weefsel die verwijderd zijn bij operaties. “Wij kijken naar de vorm van de cellen en naar veranderingen in het DNA. Daarnaast onderzoeken we of er bepaalde eiwitten of cellen aanwezig zijn die een rol spelen bij het ontstaan van borstkanker”, legt zij uit. “Ook gebruiken wij data van de Nederlandse Kankerregistratie. Deze databank verzamelt al meer dan dertig jaar gegevens over de diagnostiek, de voorgeschreven behandeling en de leeftijd van alle patiënten met kanker, maar ook met DCIS.”

Vervolgens laat zij een computeralgoritme patronen ontdekken in de verzamelde gegevens. “Op die manier kunnen we er met terugwerkende kracht achter komen wat de risicofactoren waren bij vrouwen die uiteindelijk borstkanker hebben kregen, ook al was bij hen de DCIS verwijderd.”

Behandeling op maat
Uiteindelijk willen Lips en haar collega’s een tool ontwikkelen die op basis van een biopt kan inschatten welk risico een vrouw met DCIS loopt. “Over vijf tot tien jaar hopen we dat die tool iedere vrouw met DCIS een behandeling op maat geeft: een operatie, eventueel gevolgd door bestraling, of een jaarlijkse foto van de borst. DCIS is geen borstkanker, maar op dit moment ervaren vrouwen dat wel zo. En dat is echt niet voor iedereen nodig. Daarom is dit onderzoeksproject zo urgent.”

 

Esther Lips
Veel vrouwen zijn zó bang dat DCIS uitmondt in kanker, dat ze kiezen voor een volledige borstverwijdering. Ik wil ervoor zorgen dat zij daar met een gerust hart vanaf kunnen zien.
Esther Lips

Oproep:
Met uw bijdrage kunnen onderzoekers erachter komen wat de risicofactoren zijn voor DCIS-cellen om uit te groeien tot kankercellen.

Bestedingsdoel:
De aanstelling van een arts-onderzoeker, een bioloog en een onderzoeksassistent. Het aanvragen van onderzoeksmateriaal en het verrichten van analyses.

Looptijd:
4 jaar

Kosten:
€ 320.000 voor een arts-onderzoeker
€ 320.000 voor een bioloog
€ 300.000 voor een onderzoeksassistent
€ 100.000 materiele kosten

Bijdragen aan Esther's maatwerk?

Wilt u bijdragen aan het onderzoeksproject van Esther Lips? Onze relatiemanagers helpen u graag verder.